ANBI

Stichting OPP is een maatschappelijke organisatie zonder winstoogmerk met een ANBI status (in aanvraag) 

Maatschappelijke doel Stichting OPP

Bestuurders Ingrid Schaap en Dagmar Halfhide in gesprek

Doelstelling

Stichting OPP heeft als missie om kinderen met een gedragsprobleem of stoornis zo goed mogelijk op te laten groeien tot zelfredzame volwassenen.

Visie 

Om kinderen met een stoornis zo goed mogelijk te laten opgroeien tot zelfredzame volwassenen, zijn ouders / opvoeders onmisbaar. Wij streven naar een wereld waarin ouders / opvoeders altijd centraal staan in de opvoeding van hun kind.

Waar zorgorganisaties, onderwijs, gemeenten met ouders en kinderen samen beslissen en zo tot oplossingen te komen die het gezin sneller en beter helpen. Waar kinderen met een stoornis passende hulp ontvangen, op het juiste moment. Waar kinderen met hulp van hun ouders zelf de volgende stap kunnen zetten in het volwassen worden en grootgroeien tot zelfredzame volwassenen.

Van probleem naar impact   

Zelfredzaamheid is belangrijk om mee te doen in onze samenleving. Om vast te stellen wat de termen zelfredzaamheid en opgroeien tot zelfredzame volwassenen inhoudt voor de doelgroep hebben wij die shared vastgesteld samen met ouders uit onze community.

Als een kind met een gedragsprobleem of stoornis niet de juiste begeleiding of hulp krijgt, kun je de opvoeding vergelijken met je kinderen leren zwemmen zonder zwembandjes. Zelf weet een kind niet wat en hoe. Het heeft geen handvaten, dat moeten anderen hen vertellen. Vaak zijn dit de ouders of opvoeders. Als niemand het gezin of het kind in de goede richting wijst, dan komt het kind in een neerwaartse spiraal waar het niet zomaar uitstapt.

Denk aan uitval op het regulier onderwijs waardoor een vervolgstudie lastig wordt. Zonder goede opleiding is het uitzicht op een baan moeilijker. Zonder omgeving om op terug te vallen, lukt het deze kinderen niet om zelfstandig te wonen of te werken. Hun sociale netwerk wordt steeds kleiner, waardoor deze kinderen steeds meer op zichzelf aangewezen zijn.


Impact voor de doelgroep raakt alle partijen 

Hoe maken we deze kinderen zelfredzaam? Volgens ouders met een kind met gedragsproblemen of een stoornis is dat heel duidelijk. Een kind is zelfredzaam als het weet waar het kan aankloppen als er een probleem is. Als het voor een kind duidelijk is waar hij of zij terecht kan.

Hierin zijn ouders / opvoeders onmisbaar. Als de ouder zelfredzaam is en weet waar hij/zij terecht kan met vragen of hulp, dan is dat een voorbeeld voor het kind. Het begint ermee dat ouders durven te vragen om hulp en weten waar ze hulp kunnen krijgen. 

Ouder: ‘Je kunt pas goed voor een ander zorgen als je goed zorgt voor je zelf. Je eigen emotie en gevoel in acht nemen, die op de eerste plaats zetten, dan pas kun je jouw kind helpen.’

Onze aanpak, activiteiten en project die we ondernemen, hebben impact op de hele maatschappij.


Impact op kinderen 


  • Een kind voelt zich gezien en gehoord en voelt dat hij/zij ertoe doet.
  • Een kind heeft vertrouwen in de toekomst.
  • Als een kind mag meebeslissen over wat hij of zij nodig heeft op school of aan zorg, dan levert de zorg en het onderwijs het kind ook meer op.
  • Kinderen krijgen vertrouwen in zichzelf en in het zorg- en onderwijssysteem. Daardoor slaat hulp aan en worden hulptrajecten of school afgemaakt, wat weer leidt tot minder uitval.
  • Een kind krijgt de meest passende hulp die aansluit op zijn of haar behoefte.
  • Een kind krijgt alle mogelijkheden en kansen op het gebied van onderwijs en werk.
  • Een kind ziet dat zijn ouders / opvoeders worden betrokken en niet buitengesloten. Dat leidt tot meer vertrouwen.
  • Een kind komt minder in onveilige situaties omdat het weet waar het kan aankloppen voor hulp.
  • Een kind voelt zich gesteund door eigen ouders / opvoeders omdat ouders zich gehoord en gezien voelen en weten hoe ze het kind het beste kunnen helpen.
  • Een kind ziet dat alle partijen die hem helpen, samenwerken om tot het beste resultaat te komen. Ouders, leraren of hulpverleners zitten op één lijn. Met als resultaat dat een kind het beter doet op school, of dat de behandeling beter aanslaat.

  • Een jongvolwassene weet wat het nodig heeft om op zichzelf te wonen, eventueel met begeleiding. En weet waar hij/zij hulp kan vragen binnen en buiten het eigen netwerk.

Impact op ouders 

  • Ouders voelen zich gehoord en gezien in hun uitdagingen om hun kind op te voeden.
  • Ouders voelen zich erkend in wat het doet met een ouder als jouw kind een stoornis of gedragsprobleem heeft.
  • Ouders voelen zich gesterkt in hun ervaring en verhaal en zijn beter in staat om zelf de regie te pakken of te behouden.
  • Ouders worden gezien en behandeld als gelijkwaardige gesprekspartner binnen zorg en onderwijs. Met als resultaat dat kinderen het beter doen op school en ouders thuis meer voor de kinderen kunnen betekenen.
  • Doordat ouders weten dat ze altijd worden betrokken in de zorg voor hun kind, keert ook de empathie voor en het vertrouwen in de professional terug.


Impact op organisaties 

  • Onze activiteiten en aanpak is shared, we werken met alle partijen samen. Dat maakt dat professionals zich ook gehoord en gezien voelen in hun uitdagingen. Met als resultaat dat ze zich meer willen inzetten voor de kinderen.
  • Als professionals zich gehoord en gezien voelen, blijven ze langer bij de organisatie wat leidt tot rust bij kinderen. Kinderen met een stoornis of gedragsprobleem hebben baat bij regelmaat en vertrouwde gezichten.
  • Shared werken en inspraak van ouders zorgen voor inzicht bij bestuurders van zorgorganisaties. We laten zien wat mogelijk is en wat wel kan, met als gevolg dat een bestuurder met vertrouwen de verandering inzet.
  • Ouders die beter geïnformeerd zijn en zelf de regie pakken, communiceren beter met hulpverleners of leraren richting het gezamenlijke doel: hulp of onderwijs voor het kind.

Goed geregelde inspraak van ouders en kinderen op alle onderdelen van een organisatie zorgt voor gedragen besluitvorming, meer tevredenheid en waardering van en voor ouders en professionals.

Goed georganiseerde cliëntparticipatie en shared werken zorgt ervoor zodat hulpverleners en leraren toekomen aan de basis: onderwijs en zorg bieden aan kinderen.

Impact op de maatschappij 

  • Een kind en zijn ouders /opvoeders voelen zich niet buitengesloten maar onderdeel van de maatschappij.
  • Betere samenwerking en afstemming tussen partijen die zich inzetten voor de doelgroep, het wiel wordt niet steeds opnieuw uitgevonden.
  • Iedere ouder weet waar hij informatie kan vinden over rechten en plichten als het gaat om jeugdzorg.
  • Samenwerking met hogescholen zorgt ervoor dat hulpverleners van de toekomst shared werken en cliëntparticipatie vanzelfsprekend vinden en weten hoe ze dit kunnen inzetten en organiseren.

Doelgroep

De stichting richt zich op kinderen in Nederland van 0 tot en met 23 jaar met een gedragsprobleem of een stoornis, die een bepaalde vorm van jeugdzorg nodig hebben in hun ontwikkeling.

Grootte van de doelgroep 

Op 1 januari 2021 telt Nederland 4 850 952 inwoners jonger dan 25 jaar (bron CBS).

Verdeeld naar leeftijd:

  • 681 662 kinderen van 0 tot 4 jaar
  • 1.457 912 kinderen in de basisschoolleeftijd van 4 tot 12 jaar
  • 1.171 648 kinderen tussen de 12 en 18 jaar en
  • 1.539 730 jongeren tussen de 18 en 25 jaar.

De groep kinderen van 4 tot en met 18 jaar is 2.629.560.

Er zijn geen recente cijfers van de groep kinderen met een stoornis of gedragsprobleem in Nederland. Wel zijn er oudere cijfers te vinden. Van het aantal kinderen dat gebruik maakt van jeugdzorg, zijn wel recente cijfers.

In het Onderzoek Jeugd en Opgroeien 2011 vertoont volgens de ouders 11 procent van de 3- tot 18-jarigen gedragsproblemen (OJO 2011). Dit komt overeen met 289.252 kinderen.

Medewerkers van de jeugdgezondheidszorg blijken beduidend vaker dan ouders problemen te signaleren bij kinderen. Volgens medewerkers van de jeugdgezondheidszorg heeft tussen de 11 en 28 procent van de kinderen (3 tot 18 jarigen) psychosociale problemen (bron NJI).

Als we hiervan een gemiddelde nemen van 20 procent, gaat dit om 525.912 kinderen.

Op grond van buitenlands onderzoek naar gedragsstoornissen ODD en CD wordt gesteld dat 3 procent van de kinderen van 4 – 18 jaar ODD heeft. Dit komt overeen met 78.887 kinderen. Het aantal kinderen met CD is 2 procent, wat wordt geschat op 52.591 kinderen. (bron NJI)

In 2021 hadden 460.740 kinderen tot 23 jaar een bepaalde vorm van jeugdhulp nodig. Dat is 10,4 % van alle kinderen tot 23 jaar in Nederland.


 

Bereik Stichting OPP 

Stichting OPP richt zich op kinderen van 0 tot 23 met een stoornis of gedragsprobleem. Dit gaat om 460.740 kinderen in Nederland.

Stichting OPP heeft als doel om met haar activiteiten deze kinderen en hun ouders te bereiken. Dat betekent dat Stichting OPP de eerste jaren vooral de focus legt op zichtbaarheid, herkenbaarheid en vindbaarheid van de activiteiten van de organisatie.

In 2022 werken we hard aan zichtbaarheid het het fundament van onze organisatie, naast onze activiteiten. Met onze activiteiten willen we in dit jaar 10.000 kinderen bereiken.

Dit loopt jaarlijks op:

2023: 20.000 kinderen.

2024: 50.000 kinderen.

2025: 70.000 kinderen.

2026: 100.000 kinderen.

Wat maakt de doelgroep kwetsbaar?

Voor kinderen met gedragsproblemen of een stoornis - en de ouders / opvoeders die hen daarin begeleiden - verloopt het opgroeien tot een zelfredzame volwassene anders omdat volledige zelfredzaamheid niet vanzelfsprekend is.

De samenleving wordt steeds ontoegankelijker voor deze doelgroep. Zorg voor kinderen met complexe ondersteuningsvragen is versnipperd en passende zorg ontbreekt vaak of is moeilijk toegankelijk. Dit leidt tot een verminderde zelfredzaamheid bij deze kinderen.

Verminderde zelfredzaamheid is per kind verschillend en heeft volgens ouders het volgende effect op het leven of de toekomst van deze kinderen.

Effect van verminderde zelfredzaamheid op het huidige leven van een kind:

  • emoties en gevoelens opkroppen, wat leidt tot malen, piekeren, frustraties en ongewenst gedrag.
  • Een kind kan vervuilen of zichzelf pijn doen.
  • Een kind kan suicidale neigingen krijgen.
  • Een kind kan een ander pijn doen.
  • Een kind kan door gebrek aan inzicht in sociaal gewenst gedrag, in de criminaliteit raken.
  • Het kind ontwikkelt een minderwaardigheidsgevoel, heeft het gevoel het niet zelf te kunnen,
  • Een kind voelt zich waardeloos of schaamt zich.
  • Een kind komt in een onveilige situatie omdat het buitenproportioneel gedrag laat zien om zichzelf te uiten. Het gaat schoppen, slaan, gebruikt verbaal geweld, of keert in zichzelf. Deze uitingen worden door de buitenwereld opgevat als niet normaal en er wordt ook zo op gereageerd. Op die manier worden kinderen buitengesloten, in plaats van dat we hen leren wat wel het gewenste gedrag is.
  • Kinderen worden buitengesloten door de maatschappij omdat ze worden beschouwd als anders. Als je niet voldoet aan de geldende norm, val je buiten de groep.
  • Een kind krijgt alleen maar negatieve feedback, hoort wat het niet goed doet, ook al doet het zijn best. Met als gevolg schaamte, negatieve gevoelens, struisvogelpolitiek en verergering van het gedrag.

Toekomst:

  • Een jongvolwassene kan in de problemen raken als het niet de basisvaardigheden heeft geleerd zoals omgaan met buren, leerlingen, mensen op het werk, boodschappen doen, omgaan met financiën of het huishouden.
  • Een jongvolwassene kan te maken krijgen met ongeoorloofde roodstand, financiële problemen of zijn eigen woning kwijtraken.

Als kinderen niet leren hoe ze zichzelf in deze maatschappij kunnen handhaven, krijgen ze niet dezelfde kansen als een ander kind zonder gedragsproblemen. En dat kan resulteren in geen baan, geen huis, geen relatie.

Ouder: ‘Ik heb mijn kinderen geleerd hoe ze boodschappen moeten doen. Eten is geen snoep. Ik ben maandenlang met mijn oudste zoon naar de winkel gegaan, en hem geleerd te kijken naar de kiloprijs. Ik zei: ga door je knieën en kijk, daar liggen de goedkope spullen. Ook leer ik ze dat een plastic bankpas niet hetzelfde is als cash geld. Altijd eerst kijken naar wat op de bankrekening staat, dan pas boodschappen doen.’

Het tekort aan zelfredzaamheid bij de doelgroep wordt vaak niet gecompenseerd door sociale contacten of financiële middelen.


Blijven meedoen in de maatschappij

Om kinderen met een stoornis of gedragsprobleem zo goed mogelijk te laten opgroeien tot zelfredzame volwassenen, is het belangrijk dat zij en hun ouders / opvoeders gezien en gehoord worden en blijven meedoen in de maatschappij. 

Onze activiteiten en tools die we ontwikkelen, bevorderen participatie van de doelgroep en hun ouders en helpen hen verder. Zodat kinderen in hun eigen leefomgeving, in relatie met anderen, tot bloei kunnen komen in hun ontwikkeling tot zelfredzame volwassenen.

We willen de negatieve spiraal waarin kinderen en hun ouders/ opvoeders zich bevinden, doorbreken. Anders zullen deze kinderen het niet redden in de maatschappij.

Ouder: ‘Ieder kind mag leren. Tachtig procent van wat je de rest van je leven doet, heb je geleerd in je jeugd. Daarom is het zo belangrijk om in je jeugd te leren wat je later nodig hebt om het in de maatschappij te kunnen redden. Leren hoe je met je stoornis of gedrag om moet gaan. Zodat ze hun zelfvertrouwen kunnen opkrikken. Zo leg je de basis om op te groeien tot een zelfverzekerde volwassene.’  

Ouder: ‘Het doet wat met je als ouder als je ziet dat je kind extra hulp nodig heeft en die niet altijd krijgt. Het geeft je een gevoel van machteloosheid. Je wilt alles wat je in je hebt, gebruiken om jouw kind vooruit te helpen. En soms lukt dat niet, ondanks dat je je best doet als ouder. Je ziet namelijk wat het doet met je kind, en dat doet je soms ontzettend veel verdriet. Het geeft je het gevoel dat je faalt als ouder. Die cirkel wil je doorbreken.’

Ouder: ‘Niet alleen het kind heeft last van zijn stoornis of gedragsprobleem. Het hele gezin heeft er last van als je kind niet geholpen kan worden. Ook broers of zussen, iedereen gaat mee in die deining. De stemming in huis verandert, de gesprekken aan tafel. Mijn jongste ging aan de drugs en werd gesloten opgenomen. Mijn oudste kind ging hieraan onderdoor. Dan moet je ook als ouder sterk in je schoenen staan.’

Activiteiten

Online Wegwijzer

Stichting OPP biedt (pleeg)ouders / opvoeders een online wegwijzer. Deze wegwijzer levert een positieve bijdrage aan het opgroeien van kinderen tot zelfredzame volwassenen. De wegwijzer gaat ervan uit dat ouders het beste voor hebben met hun kind, maar niet altijd weten waar ze moeten beginnen, wat hun rechten zijn en hoe ze hun kind verder kunnen helpen.

De wegwijzer is tot stand gekomen in samenwerking met ouders en kinderen, door het delen van hun ervaring. De wegwijzer geeft inzichten in thema’s die spelen bij het opvoeden van een kind met een stoornis of een gedragsprobleem. Hierdoor krijgen ouders inzicht in wat er allemaal mogelijk is voor hun kind en kunnen ze zelf de volgende stap zetten richting de zorg, onderwijs of een andere vorm van hulp die het beste aansluit bij wat het kind nodig heeft.

Lotgenotencontact

We bieden ouders lotgenotencontact en de mogelijkheid tot het uitwisselen van ervaringen en tips binnen een veilige omgeving. Dit doen we in de online community ‘Het ouderportaal’.


Er zijn meerdere communities die zich inzetten voor ouders en opvoeding in het algemeen. Maar er is nog geen online platform dat zich in positieve zin richt op het verder helpen van ouders met een kind dat jeugdhulp nodig heeft. Er zijn wel Facebookgroepen voor ouders, maar dit zijn zogenaamde ‘dark horses’. Het zijn vooral boze ouders die zich verenigen vanuit onvrede. Wij steken lotgenotencontact in vanuit iets positiefs, namelijk dat je vanuit je eigen ervaring, andere ouders verder helpt.

Samen Beslissen

Stichting OPP biedt / geeft / leert ouders, kinderen en professionals vaardigheden om shared decision making – samen beslissen -  rondom de zorg en het onderwijs voor het kind praktisch op en in te zetten.

Uit diverse onderzoeken blijkt dat zorg of onderwijs bij een kind beter en sneller aanslaat, als ouders en professionals samen met het kind beslissen over de te nemen stappen richting zorg of onderwijs. Dit heet shared decision making, Samen Beslissen.

 

Samen Beslissen gaat om een proces van gezamenlijke besluitvorming door professionals, kind en ouders of opvoeders. Samen beslissen heeft effect op de assertiviteit van een kind én zijn ouders en op de tevredenheid van het hele proces. Ouders en kinderen voelen zich gehoord en gezien.

Inspraak

Stichting OPP zet zich in voor inspraak en de positie van kinderen, (jong) volwassenen en hun ouders / opvoeders binnen zorg-, welzijns- en onderwijsorganisaties.

Het verschil tussen inspraak en samen beslissen is:

  • Inspraak is wettelijk verplicht en vastgelegd in de wet Wmcz 2018.
  • Inspraak gaat verder dan zeggenschap over de eigen behandeling of medezeggenschap over beleid in bijvoorbeeld een cliëntenraad. Inspraak betekent volgens de wet: een bepaalde vorm van invloed vooraf. Op alle organisatieonderdelen binnen de jeugdzorg.
  • Op Inspraak wordt getoetst door de Inspectie. Er kan een maatregel worden opgelegd bij het niet goed inrichten of uitvoeren van Inspraak.
  • Samen beslissen is vastgelegd in een richtlijn voor jeugdhulpverleners. Dit is een richtlijn, geen verplichting.

Tools

Stichting OPP ontwikkelt samen met kinderen, ouders en professionals tools met praktische informatie en tips die aansluiten bij de behoefte van een kind met een gedragsprobleem of een stoornis of zijn omgeving.

Praktisch voorbeelden hiervan zijn het lopende project: ‘gids voor ouders met een kind dat uit huis is geplaatst’ (UHP), de dagboekreeks van moeder Janet met praktische tips voor ouders met kind met ADHD en de e-books die gratis gedownload kunnen worden.

Betekenisvol Samenwerken

Stichting OPP werkt samen met organisaties die zich inzetten voor dezelfde doelgroep aan het versterken van een betekenisvolle samenwerking tussen zorg- en welzijnsprofessionals, kinderen, jong volwassenen en hun netwerk.

Eén van die langdurige samenwerkingen is met de hogeschool Ede in de Sprong groep, samen met andere organisaties en hogescholen uit het land.

Het bestuur

Het bestuur van de Stichting van de OPP bestaat uit drie personen:

  • Ingrid Schaap
  • Dagmar Halfhide
  • Judith Korver


De bestuursleden verrichten hun bestuurstaken onbezoldigd.

Raad van Toezicht

De stichting heeft een Raad van Toezicht die bestaat uit 3 personen:


  • Marjan Regelink
  • Danielle Nijssen
  • Linda Mook - Gerritsen

De Raad van Toezicht verricht haar taken onbezoldigd.

Financiën en beloningsbeleid

Onze inkomsten komen uit fondsen, subsidies, donateurs en organisaties die een bijdrage / donatie doen om onze activiteiten te kunnen uitvoeren.  

Het geld dat binnenkomt wordt besteed aan onze activiteiten: 

  • Wegwijzer
  • Lotgenotencontact in de community
  • Samen beslissen
  • Inspraak
  • Tools: zoals project gids UHP
  • Betekenisvolle samenwerking
  • Overige organisatiekosten


Hoe wordt het geld beheerd

Geld dat voorafgaand aan de uitgaven is ontvangen wordt op de rekening courant of een internet spaarrekening aangehouden bij de Rabobank. Vervolgens wordt dit besteed aan het beoogde doel. Inkomsten en uitgaven worden gecontroleerd door boekhoudbureau Civra. De Raad van Toezicht houdt toezicht op alle uitgaven conform het beleidsplan en projectplannen.

Werving van gelden 

  • Online werving donateurs privé personen uit de doelgroep (ouders).
  • Online werving donateurs privé personen die het doel steunen (omgeving van ouders).
  • Online verkoop kinderboek.
  • Werving van donateurs uit de branche (jeugdzorg- en onderwijs organisaties).
  • Aanvragen van fondsen en subsidies voor afzonderlijke projecten (gids, online platform, community).
  • Werving donateurs commerciële bedrijven die maatschappelijke doel steunen.
  • Legaten.


Vermogen 

Als de stichting vermogen opbouwt, gebruiken we dit als buffer om lopende projecten zoals de wegwijzer en community te ondersteunen, zeker als donaties in de toekomst tegenvallen.

Daarnaast wordt vermogen gebruikt om nieuwe projecten te starten, denk aan shared werken introduceren bij meer organisaties dan vooraf gepland of producten waar de doelgroep behoefte aan heeft.

Beloningsbeleid

De organisatie bestaat uit een dagelijks bestuur van drie bestuurders en een Raad van Toezicht, bestaand uit drie leden. De stichting OPP heeft op dit moment één ambassadeur. De organisatie werkt daarnaast met freelancers en vrijwilligers. Er zijn geen mensen in loondienst. 

De leden van de raad van toezicht en het bestuur ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Alle leden van de raad van toezicht en de bestuursleden kunnen een vergoeding krijgen van de kosten die zij redelijkerwijs hebben gemaakt in de uitoefening van hun functie.

Freelancers 

De stichting werkt met freelance beroepskrachten:  

•    Hoofdredacteur, online marketeer, eindredacteur / community moderator

•    Freelance redacteuren, filmmakers, contentspecialisten, fotografen. 

•    Projectcoördinator shared werken en inspraak, trainers. 

Deze freelance beroepskrachten werken op basis van een vooraf afgesproken marktconform tarief. Hoeveel een freelancer per uur ontvangt, heeft te maken met de inhoud van de opdracht, de locatie, de lengte van de opdracht, de benodigde werkervaring en de specialistische kennis van de freelancer. 

Het uitgangspunt voor deze freelancetarieven zijn freelance platforms zoals Jellow, Freelance.nl en Fiverr. Op deze platforms worden freelancers wat betreft in drie categorieën ingedeeld: junior (0 tot 5 jaar ervaring), medior (5 tot 10 jaar ervaring) en senior (10 tot 30 jaar ervaring). 

Vrijwilligers 

De stichting werkt met vrijwilligers / ervaringsdeskundigen die een vrijwilligersvergoeding ontvangen voor diverse activiteiten. 

Deze vrijwilligersvergoeding is gebaseerd op meebeslissen binnen projecten of in de redactie, en bedraagt niet meer dan 50 euro per bijeenkomst of maximaal 150 euro per maand per persoon. Voor iedere vergoeding wordt door de vrijwilliger een formulier ingevuld. 

De Stichting

Stichting OPP

Koninginneweg 171

3078GM Rotterdam

K.v.K. 85392480

info@ouderpeil.nl