Bestuurders Judith Korver, Ingrid Schaap en Dagmar Halfhide in gesprek
In de wet Wmcz 2018 is inspraak wettelijk vastgelegd. Daarbij gaat inspraak verder dan invloed op de eigen behandeling of zelfs medezeggenschap over het beleid in de cliëntenraad of ouderraad.
Volgens de wet betekent inspraak namelijk: een bepaalde vorm van invloed vooraf. Dat geldt voor alle organisatieonderdelen binnen de jeugdzorg. De Inspectie toetst op inspraak en kan een maatregel opleggen als inspraak niet goed is ingericht of wordt uitgevoerd.
Vanaf 1 juli 2020 is de nieuwe Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen in werking getreden. Een nieuw onderdeel van deze wet is het artikel over inspraak.
Dit betekent dat ouders en jongeren invloed hebben op hun situatie in een jeugdhulporganisatie. Ouders hebben bijvoorbeeld het recht om aan te geven hoe ze situaties binnen een organisatie beleven of ervaren. De nieuwe wet zorgt ervoor dat de vrijblijvendheid vervalt.
Inspraak is een aanvulling op het al bestaande zeggenschap (van het individu) en medezeggenschap (cliëntenraden). De overheid legt dit duidelijk uit in een brochure waar ze alle informatie in een duidelijk overzicht hebben gezet.
Samen Beslissen is niet vastgelegd in de wet. Het is ’slechts’ een richtlijn voor jeugdhulpverleners, maar geen verplichting. Stichting OPP streeft naar een vorm van Samen Beslissen die op het vlak van co-creatie zit. Dat gaat dus meer over een gezamenlijke aanpak, werkwijze en oplossing.
Wij zijn groot voorstander van Samen Beslissen. Dat wil niet zeggen dat wij inspraak niet belangrijk vinden. Er zitten wel degelijk voordelen voor kinderen en ouders aan inspraak. Denk bijvoorbeeld aan:
Ouders en kind hebben én houden regie over het eigen leven.
Er wordt meer geluisterd naar de behoeften van het kind en zijn ouders en de organisatie doet hier ook echt iets mee voor wat betreft het zorgaanbod.
Bij inspraak begint een organisatie met zich af te vragen ‘Wat moet er gebeuren?’. Vervolgens kan de organisatie toewerken naar Samen Beslissen. Dan pas worden ouders, jongeren en jeugdprofessionals gelijkwaardig.
De vraag die dan beantwoord moet worden is ‘Hoe organiseren we het?’. Samen beslissen is dus veel breder dan inspraak alleen. Het kan daarnaast op allerlei thema’s en in alle lagen van een organisatie worden ingezet.
Nu pakt de professional vaak de rol van deskundige in gesprekken, samenwerking en besluiten. Terwijl een ouder ook ervaringsdeskundige is op het gebied van hun kind.
Bij Samen Beslissen stap je af van de traditionele relatie tussen professional en ouder. De focus verschuift naar verbinding vanuit gelijkwaardigheid. Want professional en ouder zijn niet gelijk: zij hebben niet dezelfde ervaring en kennis.
Maar ze zijn wél gelijkwaardig aan elkaar. En dat is waar Samen Beslissen van uit gaat. Gelijkwaardigheid en gelijke inbreng in de relatie tussen jij als professional, ouders en hun kinderen die jij helpt.
Uit eigen ervaring van de stichting OPP blijkt dat ouders zich geen goede ouder vinden of erg onzeker worden als ze niet mee kunnen of mogen beslissen en alles over moeten laten aan de professional.
Terwijl ze juist advies en tips kunnen geven waar nu niet altijd iets mee wordt gedaan. Dat maakt dat ouders zich minder betrokken voelen bij de hulpverlening, terwijl er juist van ze wordt verwacht dat ze de regie pakken.
Inspraak is dus wettelijk verplicht. Maar dat betekent niet dat het vanzelfsprekend is dat een ouder of kind ook daadwerkelijk inspraak heeft. Want hoewel het zeker geen onwil is, worstelen veel jeugdhulpverleningsorganisaties nog met het inrichten en uitvoeren van inspraak. Daarom zet stichting OPP zich in om inspraak te verbeteren. Samen met ouders en jeugdzorgprofessionals. Zodat kinderen en hun ouders weer meer de regie over hun eigen leven krijgen!
Stichting OPP wil dit graag nog een stap verder brengen, vanuit gezamenlijke besluitvorming. Per organisatie kijken we waar behoefte aan is.
Hoe kun je het beste inspraak borgen?
Ouders over het belang van inspraak
'Ik vind het belangrijk om met ouders, professionals en kinderen te komen tot de juiste beslissingen. Zodat dat de schotten die er nog bestaan, worden weggewerkt.'